Bent u een aandeelhouder met aanmerkelijk belang? In dat geval bent u een zogeheten directeur-grootaandeelhouder (afgekort DGA). U bent dan verplicht om het salaris dat u via uw eigen B.V. geniet op minimaal € 43.000 te stellen. Jaarlijks wordt dit inkomen aangepast, voor 2013 is dit het minimale gebruikelijk loon. Als uw B.V. verlieslatend is, is dit een onlogisch regeling. U als DGA maakt dan al verlies en moet dan ook nog loonheffing (en soms premies) over uw salaris afdragen, dit terwijl er geen geld is. De regeling heet “gebruikelijkloonregeling” en is opgenomen in artikel 12a Wet op de Loonbelasting. Hierin staat kort gezegd het volgende:
- Het salaris dient minimaal 70% te zijn van het zakelijk te achten salaris.
- Wordt het salaris niet uitbetaald, dan wordt het geacht informeel kapitaal te zijn.
- Wil een DGA een lager salaris, dan zal hij dit richting de Belastingdienst aannemelijk moeten maken.
- Het salaris is meestal het hoogste salaris binnen het bedrijf, dus er is geen werknemer die een hoger salaris heeft dan de DGA, tenzij de werknemer schaars is en over hoogwaardige deskundigheid beschikt.
Deze regeling is destijds in werking getreden om u als DGA een minimaal salaris te laten opnemen. Ingeval u bijvoorbeeld geen salaris zou hebben, maar bijvoorbeeld dividendinkomsten, is de belastingopbrengst lager. Ook kunt u dan in aanmerking komen voor diverse toeslagen.
Gebruikelijk loon € 43.000 of lager
Als u aannemelijk kunt maken dat een lager loon gebruikelijk is, stelt u het loon op dat lagere loon. De aanmerkelijkbelanghouder kan dit ook zelf aannemelijk maken. Daarbij moet u een vergelijking maken met soortgelijke dienstbetrekkingen waarbij een aanmerkelijk belang geen rol speelt.
Gebruikelijk loon € 5.000 of lager
Krijgt een aanmerkelijkbelanghouder geen loon voor zijn werkzaamheden en is zijn gebruikelijk loon niet hoger dan € 5.000? Dan hoeft u geen loonheffingen over dat gebruikelijke loon te betalen. Betaalt u wel loon – ook al is dat lager dan € 5.000 – dan moet u wel loonheffingen betalen. De grens van € 5.000 wordt niet per onderneming getoetst, maar geldt voor alle werkzaamheden van de aanmerkelijkbelanghouder.
Gebruikelijk loon hoger dan € 43.000
Als bij soortgelijke dienstbetrekkingen een hoger loon gebruikelijk is, stelt u het loon op het hoogste van de volgende bedragen:
70% van het hogere gebruikelijke loon, maar ten minste € 43.000 het loon van uw meestverdienende werknemer of van de meestverdienende werknemer van een aan u verbonden vennootschap. Dit noemt men ook wel de afroommethode.
Maar als u (of de aanmerkelijkbelanghouder) aannemelijk kunt maken dat het loon lager moet zijn dan de uitkomst van bovenstaande berekening, mag u het loon stellen op dit lagere loon.
Voor de partner of het kind van de aanmerkelijkbelanghouder die vermogen beschikbaar stelt, geldt de gebruikelijkloonregeling op dezelfde manier.
Afroommethode
Recent (3 oktober 2013) is door de Hoge Raad beslist dat de zogeheten afroommethode niet kon worden toegepast bij een advocaat die via zijn werk-bv onderdeel uitmaakte van een praktijk van advocaten en notarissen. Het komt er op neer dat de Hoge Raad van mening is dat de afroommethode voor de bepaling van het gebruikelijk loon van een DGA alleen van toepassing is indien de inkomsten van de werk-bv geheel voortkomen uit de arbeid die de DGA als werknemer in zijn BV heeft verricht. In deze situatie was daar geen sprake van nu er meer dan 100 personen werkzaam waren binnen de groep van advocaten en notarissen welke gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor een bepaald bedrijfsresultaat welke als winst werd verdeeld over de partners.
Door mr. drs. J. Langkemper LL.M RB