Een uitsluitingsclausule verbinden aan een schenking betekent dat uw schenking bij een eventuele echtscheiding van uw kind niet in het gezamenlijk vermogen valt, maar privébezit wordt.
Als uw kind plannen heeft om te trouwen in gemeenschap van goederen, of reeds getrouwd is dan is er sprake van een gezamenlijk vermogen. Schenkt u bijvoorbeeld € 75.000 aan uw kind dan valt deze schenking in het gezamenlijk vermogen. Bij een huwelijk in gemeenschap van goederen is er namelijk sprake van één gezamenlijk vermogen. Indien het tot een echtscheiding komt dan wordt ook uw schenking verdeeld.
U kunt een aantal spelregels afspreken over uw schenking. Stel dat het huwelijk van uw kind eindigt door een overlijden dan kunt u mogelijk een versoepelde uitsluitingsclausule toepassen. Bij een eventuele echtscheiding treedt de uitsluitingsclausule in werking, maar bij een overlijdenssituatie niet. De schenking valt dan in het gemeenschappelijk vermogen.
Het toepassen van de uitsluitingsclausule kan simpel. U kunt bij uw overboeking de tekst ‘schenking met uitsluitingsclausule’ vermelden en de clausule is van toepassing. Het is dus raadzaam dit bankafschrift goed te bewaren. Het is verstandiger bij grotere schenkingen om een schenkingsakte op te stellen. Dit mag onderhands geregeld worden, dus een notaris is niet perse verplicht.
Het is ook mogelijk om goederen te schenken zoals een familiestuk. Ook dan is het raadzaam een korte schriftelijke verklaring op te stellen bij de overhandiging van het goed waarin staat dat het een schenking met uitsluitingsclausule betreft. Deze verklaring dienen de ouders en kinderen te ondertekenen.
Met een zachte uitsluitingsclausule wordt geregeld dat wanneer het huwelijk of de samenwoning eindigt door overlijden van de begunstigde afgerekend dient te worden alsof deze uitsluitingsclausule niet bestond. De voorwaarden die hieraan gesteld zijn kunnen de volgende zijn :
- als er op het moment van overlijden van de begunstigde één of meer gezamenlijke (klein)kinderen van de begunstigde en diens echtgenoot/partner zijn;
- er tussen de begunstigde en diens (huwelijks)partner geen procedure voor echtscheiding aanhangig is gemaakt en deze plannen er ook niet latent zijn;
- er geen sprake is dat de begunstigde en diens (huwelijks)partner anders dan in onderling overleg niet meer samenwonen en een gemeenschappelijke huishouding voeren;
- de (huwelijks)partner van de begunstigde:
- niet failliet is of met betrekking tot hem niet een aanvraag tot faillissement aanhangig is gemaakt;
- of indien failliet geweest, dit faillissement door homologatie van akkoord is geëindigd; niet in surséance van betaling verkeert of met betrekking tot hem niet een aanvraag tot surséance van betaling aanhangig is;
- niet in een positie verkeert waarin met betrekking tot hem de wettelijke schuldsaneringsregeling van toepassing is of een verzoek tot schuldsanering is ingediend; en
- direct voor het desbetreffende overlijden een positief vermogen heeft.
De verzachting van de uitsluitingsclausule kan er tevens voor zorgen dat een aanzienlijke besparing van erfbelasting optreedt. Dat is evident het geval bij grotere vermogens. Indien de begunstigde (onder de uitsluitingsclausule) overlijdt is slechts de helft van het erfdeel, het legaat of de schenking belast met erfbelasting, wanneer deze in de gemeenschap van goederen valt.
Auteur mr. drs. J. (Julian) Langkemper LL.M RB